Voortgezet onderwijs

Je hoort de laatste tijd steeds vaker over het belang van voedseleducatie. Kinderen die gezond en fit zijn, zitten lekkerder in hun vel en leren en presteren beter. Zou het niet fantastisch zijn wanneer je de leerlingen niet alleen qua mogelijkheden alle kansen kunt bieden, maar er ook aan kunt bijdragen dat ze vitaal genoeg zijn om hun potentie, nu of op latere leeftijd, waar te maken?

Kinderen in het voorgezet onderwijs krijgen ineens een stuk meer verantwoordelijkheden; zelfstandig naar school, je huiswerk inplannen, maar ook omgaan met je eigen bankpas en alle voedselverleidingen om je heen. Wat zou het fijn zijn wanneer deze kinderen ook op dit vlak bewuste keuzes zouden kunnen maken.

Wat kan De Voedingsjuf voor een school betekenen?

Veel ouders en docenten waarderen het wanneer de school aandacht besteedt aan gezonde voeding. Bijvoorbeeld in de vorm van voedseleducatie of een voorlichting. Hierbij kan De Voedingsjuf de school helpen. Een aantal voorbeelden:

  • Als gastdocent kan ik de leerlingen verschillende lessen geven. Voor deze lessen maak ik gebruik van erkende lesprogramma’s, zodat ze tegemoet komen aan de kerndoelen (SLO) van het voortgezet onderwijs. De gekozen lessen pas ik aan aan de betreffende doelgroep en hulpvraag van de school.
  • Voorlichting aan het team bv. om uitleg te geven over het belang van gezonde voeding voor opgroeiende adolescenten.
  • Informatie aan ouders om ze mee te nemen bij het beleid van school.
  • Meedenken welke lesmethode gebruikt kan worden om docenten zelfstandig met voedseleducatie aan de slag te kunnen laten gaan. Dit inclusief een presentatie over het gebruik van deze methode aan het betreffende schoolteam.
  • etc.

Gastlessen

Er zijn verschillende lessen mogelijk. Afhankelijk van de wensen en het doel van de school. Ik maak hierbij graag gebruik van de erkende lesprogramma’s:

Succesvol beleid:

Uit onderzoek (Wageningen UR, Voorbij het broodtrommeltje, 2010) komt de volgende toepasselijke passage:

“Voorwaarde voor een succesvol beleid dat jongeren stimuleert tot duurzame en gezonde voedselkeuzes is dat daarbij wordt aangesloten bij hun belevingswereld. Een gezamenlijke aanpak en en gedeelde verantwoordelijkheid zijn nodig van alle partijen die de wereld van de jongeren beïnvloeden; het onderwijs, de schoolkantine, de ouders, de niet-commerciële partijen en de commerciële partijen. Het onderwijs zou zich moeten richten op op het verder verdiepen van de kennis over voedsel in lessen dan wel buiten de les met schoolinitiatieven die speciaal op deze thema’s gericht zijn. De schoolkantine zou zich moeten richten op het aantrekkelijk aanbieden van de juiste producten op het juiste moment, zonder daarbij speciaal het gezonde en duurzame aspect te benadrukken. Ouders zouden meer geïnformeerd moeten worden over gezond en duurzaam voedsel, om het zo thuis aan hun kinderen te kunnen overdragen. Niet commerciële partners en commerciële partners zouden vooral de baten van gezond en duurzaam voedsel moeten vertalen naar de belevingswereld van jongeren, daarbij gebruikmakend van marketingtechnieken.”

Een integrale aanpak werkt het beste. Op de laatste partij, de commerciële partners, hebben we het minste invloed, maar als we de handen ineen slaan, kunnen we met de overige partijen een heleboel bereiken!

Aansluiting andere onderwijsprogramma’s

Als De Voedingsjuf werk ik graag samen met de Gezonde School en de Gezonde Schoolkantine. Dit wanneer scholen aan de slag willen gaan met het themacertificaat ‘Voeding’. Zo kunnen we samen de gestelde doelen bereiken.

Gezonde schoolkantine

Kosten

Bij de werkzaamheden die ik verricht, is altijd sprake van maatwerk. Informatie over de kosten en mogelijke subsidies kunt u hier vinden.

Contact

Voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek, kunt u contact met mij opnemen.

“Niky is een fijne gastdocent om mee samen te werken. Ze is enthousiast, flexibel en heeft een passie voor gezonde voeding.
De inhoud van haar lessen was erg goed; een combinatie tussen theorie en praktijk. Iets wat belangrijk is bij onze doelgroep.”

Sylvia Dijkshoorn, medewerker Laurentius de Praktijkschool – Delft